De knolselder Monarch heeft een dikke knol met weinig loof. Daarom wordt hij ook wel kortbladige knolselder genoemd.
Deze soorten knolselder vormen sneller een knol en kunnen daarom sneller geoogst worden.
De wortels worden gevormd aan de onderkant van de knol waardoor de knol mooi glad is wat het schillen vergemakkelijkt.
Het vruchtvlees is mooi wit. Bovendien wordt hij niet gauw hol vanbinnen en is weinig vatbaar voor ziekten.
Zeer geschikt voor bewaring.
Type: Wortelgroente
Inhoud: 0,25g
Aantal zaden per gram: 2500
Zaden: Gonthier®
Zaaien binnenshuis, in verwarmde serre: februari-half april
Zaaien in koude serre, buiten op zaaibed of ter plaatse in volle grond: vanaf half april
Zaaitemperatuur: 18-20°C
Zaaidiepte: 0,2cm
Kiemduur: 15-20 dagen
Verspenen: zodra de eerste 2 echte blaadjes gevormd zijn
Uitplanten: 5-6 weken na de uitzaai (vanaf half mei tot eind juni)
Plantafstand: de aanbevolen tussenafstand bedraagt 35 x 35cm
Standplaats: normale tuingrond, voldoende vochthoudend
Begin oogst: 5 maanden na opkomst (vanaf juli), vooraleer het begint te vriezen
1) Zaaien onder glas in een zaaibakje:
Vul een zaaibakje met vochtige zaaigrond. Strooi hierop de zaden zo gelijk mogelijk uit.
Bedek met zaaigrond zodat de zaden op de aangegeven zaaidiepte liggen en druk licht aan.
Dek het zaaibakje af met huishoudfolie of een deksel. Houd na het zaaien en tijdens het kiemen de grond vochtig met een vernevelaar.
Afhankelijk van de zaaiperiode en de buitentemperatuur, plaatst u het zaaibakje binnenshuis, in een warme of in een koude serre. Zorg in alle geval voor een zo constant mogelijke temperatuur, dit geeft een betere kieming.
Zodra de jonge zaailingen opkomen, de huishoudfolie of het deksel beetje bij beetje verwijderen.
Wanneer aan de kiemplantjes de eerste 2 echte blaadjes verschijnen, mag er verspeend worden.
Vanaf half mei mag u uitplanten op de definitieve plaats.
2) Zaaien op een zaaibed:
Kies voor een zaaibed een beschutte plaats in de halfschaduw. Maak de grond onkruidvrij, goed los en fijn.
Strooi de zaden zo gelijk mogelijk uit en bedek met grond zodat de zaden op de aangegeven diepte liggen.
Houd het zaaibed de eerste dagen vochtig en vooral onkruidvrij.
Na opkomst zet u de plantjes op hun definitieve plaats.
3) Zaaien ter plaatse:
Maak de grond onkruidvrij, goed los en fijn. Span een touw of leg een lat of plank zodat u een mooi, recht geultje kunt trekken om de zaden in te leggen.
Bedek de zaden nadien met een fijn laagje aarde zodat ze op de aangegeven diepte liggen. Druk aan met een hark of een plankje.
Meestal liggen de zaden in de rij dichter bij elkaar dan nodig. Trek de jonge planten die te kort bij elkaar staan, uit.
Tip:
- Knolselder heeft een voorkeur aan zwaardere grond, op zandgrond geteelde knolselder bewaart minder goed.
- Zorg voor een regelmatige groei om kleine knollen te vermijden. Te snelle groei geeft bovendien holle knollen die sneller rot worden.
- Om te voorkomen dat de planten gaan opschieten, mag u niet uitplanten voor half mei.
- Mooie knollen kunnen zich slechts ontwikkelen als de basis van de stelen, na het planten nog net boven de grond te zien is. De wortels vormen zich dan slechts aan de onderkant van de knol (het gedeelte dat in de grond staat). De bovenste helft blijft mooi glad.