Ijskruid is een éénjarige plant waarvan de dikke, vlezige bladeren bedekt zijn met heldere kristalvormige druppels.
De planten zijn goed bestand tegen warmte en bovendien decoratief in de tuin. Ze zijn ook geschikt voor teelt in potten.
In het begin is ijskruid een trage groeier, maar later ontwikkelen ze zich tot vrij zware planten.
Gebruik de bladeren als toekruid in slaatjes. De smaak is lekker verfrissend met een licht zure en licht zoute bijsmaak. Ook gekookt als spinazie is het lekker.
Type: Bladgroente
Inhoud: 0,20g
Aantal zaden per gram: 5000 zaden
Zaden: Gonthier®
Zaaien onder koud glas in een zaaibakje: maart-april
Zaaien buiten op zaaibed: april-juni
Zaaien ter plaatse in volle grond: juni-juli
Zaaitemperatuur: 20°C
Zaaidiepte: 0,1cm
Kiemduur: 15-20 dagen
Verspenen: zodra de eerste 2 echte blaadjes gevormd zijn
Uitplanten: 5-6 weken na de uitzaai.
Plantafstand: de aanbevolen tussenafstand bedraagt 25 x 10-15cm
Standplaats: normale tuingrond
Begin oogst: 3 maanden na opkomst
Meer informatie over het zaaien van ijskruid en andere groenten.
1) Zaaien in een zaaibakje:
Vul een zaaibakje met vochtige zaaigrond. Strooi hierop de zaden zo gelijk mogelijk uit.
Bedek met zaaigrond zodat de zaden op de aangegeven zaaidiepte liggen en druk licht aan.
Dek het zaaibakje af met huishoudfolie of een deksel. Houd na het zaaien en tijdens het kiemen de grond vochtig met een vernevelaar.
Afhankelijk van de zaaiperiode en de buitentemperatuur, plaatst u het zaaibakje binnenshuis, in een warme of in een koude serre. Zorg in alle geval voor een zo constant mogelijke temperatuur, dit geeft een betere kieming.
Zodra de jonge zaailingen opkomen, de huishoudfolie of het deksel beetje bij beetje verwijderen.
Wanneer aan de kiemplantjes de eerste 2 echte blaadjes verschijnen, mag er verspeend worden.
Vanaf half mei mag u uitplanten op de definitieve plaats.
Ga verder naar 3)**
2) Zaaien op een zaaibed:
Kies voor een zaaibed een beschutte plaats in de halfschaduw. Maak de grond onkruidvrij, goed los en fijn.
Strooi de zaden zo gelijk mogelijk uit en bedek met grond zodat de zaden op de aangegeven diepte liggen.
Houd het zaaibed de eerste dagen vochtig en vooral onkruidvrij.
Na opkomst zet u de plantjes op hun definitieve plaats.
Ga verder naar 3)**
3) Zaaien ter plaatse:
Maak de grond onkruidvrij, goed los en fijn. Span een touw** of leg een lat of plank zodat u een mooi, recht geultje kunt trekken om de zaden in te leggen.
Bedek de zaden nadien met een fijn laagje aarde zodat ze op de aangegeven diepte liggen.
Druk aan met een hark of een plankje.
Begiet heel voorzichtig of benevel met de tuinslang.
Zet aan het begin van de rij een plantenetiket met de naam van de groente.
**Houd rekening met de aanbevolen plantafstanden. Het eerste getal wijst op de afstand tussen de rijen. Het tweede getal wijst naar de afstand tussen 2 planten.