Karina is de vroegste lage doperwt met gerimpeld zaad.
De planten worden slechts 40-60cm hoog. Hierdoor is het mogelijk om ze zonder klimnet of rijshout te kweken.
De peulen zijn gemakkelijk oogstbaar.
Grote opbrengst.
Goede, zoete smaak.
Type: Peulvruchten
Inhoud: 100g
Aantal zaden per gram: 6
Zaden: Oranjeband
Zaaien onder glas in potjes: vanaf begin februari
Uitplanten in volle grond: vanaf eind maart
Zaaien in volle grond: eind maart-mei
Zaaitemperatuur: 5-10°C
Zaaidiepte: 2-3cm
Plantafstand: de aanbevolen tussenafstand bedraagt 50 x 3-5cm
Oogsten: vanaf juni volgens het zaaitijdstip
Voor zeer vroege uitzaai neemt u best een rondzadig type. Deze zijn minder gevoelig voor vocht en koude dan de rassen met gerimpeld (of gekreukt) zaad.
U kan ze een 2de maal zaaien rond eind juli om te oogsten in oktober.
De smaak van deze erwtjes is fijner dan van de gekreuktzadige types. Ze zijn beter geschikt voor de diepvriezer.
De latere, gekreuktzadige types daarentegen zijn zoeter van smaak. De erwtjes blijven bovendien langer mals in de peulen.
Deze rassen zijn beter bestand tegen hogere temperaturen.
Uitgezonderd de lage rassen, moeten erwten gesteund worden. Dit kan met klimnet, kippengaas of rijshout van wilg of populier.
Zaaien in potjes:
Vul de potjes met vochtige zaaigrond. Strooi hierop de zaden zo gelijk mogelijk uit.
Bedek met zaaigrond zodat de zaden op de aangegeven zaaidiepte liggen en druk licht aan.
Dek het geheel af met huishoudfolie of een deksel. Houd na het zaaien en tijdens het kiemen de grond vochtig met een vernevelaar.
Afhankelijk van de zaaiperiode en de buitentemperatuur, plaatst u de potjes binnenshuis, in een warme of in een koude serre. Zorg in alle geval voor een zo constant mogelijke temperatuur, dit geeft een betere kieming.
Zodra de jonge zaailingen opkomen, de huishoudfolie of het deksel beetje bij beetje verwijderen.
Zaaien ter plaatse:
Maak de grond onkruidvrij, goed los en fijn.
Span een touw of leg een lat of plank zodat u een mooi, recht geultje kunt trekken om de zaden in te leggen.
Bedek de zaden nadien met een fijn laagje aarde zodat ze op de aangegeven diepte liggen. Druk aan met een hark of een plankje.
Begiet heel voorzichtig of benevel met de tuinslang. Zet aan het begin van de rij een plantenetiket met de naam van de groente.