Kropsla Meikoningin is een lekkere, malse kropsla met een mooie kleur. De bladeren zijn heldergroen met een rode rand.
Dit ras is geschikt voor de lente- en herfstteelt in volle grond.
Bovendien is het een ras dat het zeer goed doet onder glas. Het wordt dan ook speciaal gewaardeerd door alle moestuinders voor de vroege en late teelt in serre of broeikas.
De kroppen worden ongeveer even dik als de zomersla.
Type: Bladgroente
Inhoud: 3g
Aantal zaden per gram: 1000
Zaden: Gonthier®
Zaaien onder glas in een zaaibakje, op een zaaibed of ter plaatse: februari-maart
Zaaien buiten op zaaibed of ter plaatse in volle grond: half maart-eind mei
Zaaitemperatuur: 12-15°C
Zaaidiepte: 0,1-0,5cm
Kiemduur: 7-14 dagen
Uitplanten: zodra de planten 5cm groot zijn
Plantafstand: de aanbevolen tussenafstand bedraagt 30 x 30cm
Standplaats: normale tuingrond
Begin oogst: ca 2 maanden na het zaaien
1) Zaaien in een zaaibakje:
Zaai in de gewenste periode in een zaaibakje gevuld met vochtige zaaigrond.
Strooi de zaden zo gelijk mogelijk uit. Bedek met zaaigrond zodat de zaden op de aangegeven zaaidiepte liggen en druk licht aan.
Dek het zaaibakje af met huishoudfolie of een deksel. Houd na het zaaien en tijdens het kiemen de grond vochtig.
Zodra de jonge zaailingen opkomen, de huishoudfolie of het deksel beetje bij beetje verwijderen.
Zodra de planten voldoende groot zijn, mag u ze uitplanten.
Indien u in de tuin wenst uit te planten, dient u ervoor te zorgen dat de jonge slaplantjes voldoende afgehard zijn.
2) Zaaien op een zaaibed:
Voor een zaaibed kiest u best een beschutte plaats in de halfschaduw.
Maak de grond onkruidvrij, goed los en fijn. Strooi de zaden zo gelijk mogelijk uit en bedek met grond zodat de zaden op de aangegeven diepte liggen.
Houd het zaaibed de eerste dagen vochtig en vooral onkruidvrij.
Na opkomst plant u de plantjes uit op hun definitieve plaats.
3) Zaaien ter plaatse:
Maak de grond onkruidvrij, goed los en fijn. Span een touw of leg een lat of plank zodat u een mooi, recht geultje kunt trekken om de zaden in te leggen.
Bedek de zaden nadien met een fijn laagje aarde zodat ze op de aangegeven diepte liggen. Druk aan met een hark of een plankje.
Begiet heel voorzichtig of benevel met de tuinslang.
Meestal liggen de zaden in de rij dichter bij elkaar dan nodig. Trek de jonge planten die te kort bij elkaar staan, uit of dun uit door 1 op de 2 planten te oogsten en de andere te laten verder groeien.
Het dunsel kan u op een andere plaats uitplanten. Deze sla zal een 2-tal weken later oogstklaar zijn dan de sla die blijven doorgroeien is.
Tip:
- Is er nog nachtvorst; dek dan af met vliesdoek. Jonge slaplantjes kunnen wel tegen een graadje nachtvorst, volwassen sla niet
- Zet de jonge plantjes bij het uitplanten niet te diep in de grond. De kiemblaadjes moeten net boven de grond zitten. Als u te diep plant, komen de onderste bladeren te veel in contact met de grond. Bij natte weersomstandigheden zullen ze dan snel gaan rotten.
- Door te zaaien onder glas van eind augustus tot oktober, kan u nog lang in het najaar de jonge blaadjes oogsten
- Sla gaat in kiemrust bij meer dan 25°C en wacht om te kiemen op betere omstandigheden
- De uiterste plantdatum voor open lucht is 5 september om te kunnen oogsten voor de vorst.