Botanische naam: Helianthus Debilis Esther
NL naam: Zonnebloem
Kleur: geel, crèmewit
Hoogte: 140cm
Bloeitijd: juli tot oktober
Inhoud: 1g
Aantal zaden per gram: 190
Zaden: Buzzy
Zonnebloemen zijn gemakkelijk te zaaien.
In mei, zodra de grond warmer is en er geen kans meer is op nachtvorst, kan er ook direct in de volle grond worden gezaaid. Leg 2 zaadjes per plantgat en bedek de zaden met ½ -1cm zaaigrond. Voorzichtig aandrukken en daarna vochtig houden.
Voor een sneller resultaat kan u ook onder glas voorzaaien.
Ondersteun de volwassen planten als dit nodig is.
Zaaien onder glas in een zaaibakje: half maart tot half april en uitplanten
Zaaien buiten op zaaibed: half april tot eind mei en uitdunnen of uitplanten
Zaaien ter plaatse: van half april, begin mei tot half juni
Zaaitemperatuur: 18°C
Zaaidiepte: 0,5-1cm
Kiemtijd: 10 dagen
Verplanten: vanaf half mei of 5-6 weken na het zaaien
Plantafstand: de aanbevolen tussenafstand bedraagt 40 x 35cm
Standplaats: normale tuingrond in volle zon
Begin bloei: 85 dagen na opkomst
Weetje:
Overdag draait de bloemknop op zonnige dagen mee met de zon. ’s Nachts keert de bloemknop terug naar de oostelijke stand. Deze dagelijkse beweging wordt veroorzaakt door ongelijke groei van de bloeistengel van de zonnebloem en wordt daarom ‘heliotropisme’ genoemd. Tegen de tijd dat de bloem zich opent, verstijft de bloeistengel in de oostelijke stand. Daardoor wijzen bloeiende zonnebloemen de hele dag naar het oosten; hun heliotropisme is dan voorbij.
- Zaaien onder glas in een zaaibakje:
Zaai in de aangegeven periode in een zaaibakje gevuld met vochtige zaaigrond. Strooi de zaden zo gelijk mogelijk uit. Bedek met zaaigrond zodat de zaden op de aangegeven zaaidiepte liggen en druk licht aan. Zorg voor een zo constant mogelijke temperatuur, dit geeft een betere kieming. Dek het zaaibakje af met huishoudfolie of een deksel. Houd na het zaaien en tijdens het kiemen de grond vochtig met een vernevelaar.
Zodra de jonge zaailingen opkomen, de huishoudfolie of het deksel beetje bij beetje verwijderen.
Wanneer na de kiemplantjes de eerste 2 echte blaadjes verschijnen, mag er verspeend worden. Met verspenen wordt bedoeld het overzetten van de plantjes in een ander zaaibakje of potje op een grotere onderlinge afstand, ongeveer 5cm. Het doel hiervan is het verkrijgen van een sterker wortelgestel. Gebruik hiervoor een verspeenstokje.
Vanaf begin mei mogen de jonge planten stilaan aan de buitentemperatuur wennen. Zet ze een week achtereen dagelijks wat langer buiten, zodat ze aan de weersomstandigheden kunnen wennen. Vermijd echter (nacht)vorst. Vanaf half mei mogen de éénjarigen op hun vaste plaats worden uitgeplant. - Zaaien op een zaaibed:
Kies voor een zaaibed een beschutte plaats in de halfschaduw. Maak de grond onkruidvrij, goed los en fijn. Strooi de zaden zo gelijk mogelijk uit en bedek met grond zodat de zaden op de aangegeven diepte liggen.
Houd het zaaibed de eerste dagen vochtig. Houd het zaaibed steeds onkruidvrij.
Na opkomst plant u de plantjes uit op hun uiteindelijke plaats van bestemming.