De meloen Ogen is een ras afkomstig van de professionele teelt.
Het is een heerlijke, sappige meloen met groengeel vruchtvlees.
De groene, geribde schil wordt goudgeel bij rijpheid. De vruchten blijven eerder klein.
Dit ras is geschikt voor teelt in serre of op een warme plaats in volle grond.
Type: Vruchtgroente
Inhoud: 1g
Aantal zaden per gram: 25-40
Zaden: Gonthier®
Zaaien binnen in een zaaibakje: maart-april
Zaaien onder glas in een zaaibakje: mei
Zaaitemperatuur: 20-21°C
Zaaidiepte: 1 cm
Kiemduur: 8-10 dagen
Verspenen: zodra de eerste 2 echte blaadjes gevormd zijn
Uitplanten: vanaf half mei of 5-6 weken na de uitzaai
Plantafstand: de aanbevolen tussenafstand bedraagt 125 x 50cm
Standplaats: serre of een zeer warme plaats in de tuin
Begin oogst: 160-180 dagen na opkomst (van juli tot oktober)
Zaaien in een zaaibakje:
Zaai in de aangegeven periode in een zaaibakje gevuld met vochtige zaaigrond. Strooi de zaden zo gelijk mogelijk uit.
Bedek met zaaigrond zodat de zaden op de aangegeven zaaidiepte liggen en druk licht aan.
Zorg voor een zo constant mogelijke temperatuur, dit geeft een betere kieming.
Dek het zaaibakje af met huishoudfolie of een deksel. Houd na het zaaien en tijdens het kiemen de grond vochtig met een vernevelaar.
Zodra de jonge zaailingen opkomen, mag u de huishoudfolie of het deksel van het zaaibakje beetje bij beetje verwijderen.
Indien u in de tuin wenst uit te planten, dien u ervoor te zorgen dat de jonge plantjes voldoende afgehard zijn.
Meloenplanten groeien fel.
U kan meloenen laten groeien over de grond of ze laten klimmen.
Liggende teelt:
- de hoofdtak worden getopt na het 4-5de blad om de vorming van zijscheuten te stimuleren
- u behoudt 4 zijscheuten die u leidt naar de 4 hoeken van de beschikbare ruimte
- van deze 4 scheuten behoudt u alle zijscheutjes. Top ze op 2 bladeren na een vrouwelijke bloem. U herkent die aan het minivruchtje achter de bloem.
- bij liggende teelt de 4 hoofdzijscheuten toppen op ongeveer 70cm
- als er zich 4-6 meloentjes gevormd hebben, mag u de overige zijscheuten wegnemen
- vruchten in de liggende teelt worden zo snel mogelijk op stro gelegd om vruchtrot te voorkomen
Klimmende teelt
- de hoofdtak wordt getopt na het 4-5de blad om de vorming van zijscheuten te stimuleren
- deze zijscheuten worden getopt na het 6de blad. Dan ontstaan er zijscheuten met vruchten. U herkent die aan het minivruchtje achter de bloem.
- deze vruchtdragende zijscheuten worden op 1 à 2 bladeren boven de vrucht getopt
- als er zich 4-6 meloentjes gevormd hebben, mag u de overige zijscheuten wegnemen
Voor vruchtzetting moeten de bloemen door insecten bestoven worden. Zet de serre daarom regelmatig open.