White Wonder is een rijkdragende, crèmewitte komkommer met stevig, zeer bleek vruchtvlees.
Eerst (op 12-15cm lengte) zijn de vruchtjes vol stekelvormige bultjes en iets puntig van vorm. Ze zijn dan lichtgroen van kleur. Als de vruchten rijp zijn, worden ze bleker en witter.
Voor een goede, zachte en aangename smaak is best om op tijd te plukken bij ca 20cm lengte.
Geschikt voor teelt in serre en volle grond.
Type: Vruchtgroenten
Inhoud: 6g
Zaden: Franchi Sementi (Italië). De informatie op de zakjes is uitsluitend in frans, engels, duits, italiaans.
Zaaien onder glas in potjes van 10-11cm: april-mei
Zaaitemperatuur: 20°C
Zaaidiepte: 1cm
Kiemduur: 6-14 dagen
Uitplanten: vanaf half mei of 5-6 weken na de uitzaai
Plantafstand: de aanbevolen tussenafstand bedraagt 100 x 80cm
Standplaats: serre of normale tuingrond, zonnig en windluw
Begin oogst: 80-90 dagen na opkomst
Zaaien onder glas in potjes:
Zaai in de aangegeven periode in potjes gevuld met vochtige zaaigrond. Komkommers houden immers niet van verspenen. Leg 2-3 zaden per potje. Bedek met zaaigrond zodat de zaden op de aangegeven zaaidiepte liggen en druk licht aan. Na kieming 1 plant per pot aanhouden, hierdoor krijgt u sterkere planten.
Zorg voor een zo constant mogelijke temperatuur, dit geeft een betere kieming. Dek het zaaibakje af met huishoudfolie of een deksel. Houd na het zaaien en tijdens het kiemen de grond vochtig met een vernevelaar.
Zodra de jonge zaailingen opkomen, de huishoudfolie of het deksel beetje bij beetje verwijderen.
Komkommerplanten houden niet van verspenen. De jonge planten mogen gesteund worden met een stokje indien nodig.
Vanaf half mei mag u uitplanten op de definitieve plaats.
Voor serreteelt:
Vanaf begin mei mag u uitplanten in een niet-verwarmde sere.
De planten worden langs koorden of stokken geleid zonder de hoofdrank in te toppen. Van de eerste 6 à 7 bladoksels worden zowel de zijscheuten als de bloemen verwijderd. Van de volgende bladoksels worden de scheuten weggenomen en de bloemen worden uitgedund volgens het schema één weg, één laten staan.
Boven aan de gewasdraad (2m hoogte) wordt de plant getopt en de 2 voorlaatste scheuten laat men verder groeien. Bind deze scheuten terug op aan de gewasdraad en top ze op 50-60cm.
Geef regelmatig water. Doe dit ’s morgens en maak een voldoende grote zone rond de plant vochtig. Bij zonnig weer verdampt een volwassen plant wel 3 liter water. Probeer de bladeren niet te raken bij het water geven.
Voor buitenteelt:
Vanaf half mei, als er geen koude periode meer verwacht wordt, mag u uitplanten op de definitieve plaats.